Vrijdag 23 januari 2015, 15:30. In de immense hal van Excel London drommen mensen samen: Sir Ken Robinson zal over een dik half uur in de Bett Arena spreken over zijn nieuwe boek, Out of our Minds.
Geweldig: heb ik eerst het geluk om ook met m’n nieuwe werkgever naar de Londen Bett te mogen, rol ik vervolgens in de boter met mijn plek op de tweede rij bij onderwijsrockstar Sir Ken Robinson. Op de grond in het gangpad weliswaar, maar toch.
Maar dat nieuwe boek Out of our Minds? Die titel was toch al héél lang uit?
Jazeker, tien jaar om precies te zijn. En daarom vond de uitgever het tijd om met een speciale jubileumeditie te komen. Of Robinson nog iets wilde verbeteren aan de oorspronkelijke uitgave. Tuurlijk niet: ‘It was, after all, a masterpiece. If I may say so myself.’
Op een achternamiddag werpt Robinson er toch een blik op – misschien kan zo hier en daar het lettertype worden aangepast. Uiteindelijk herschrijft hij het boek volledig. In tien jaar blijkt ongelooflijk veel veranderd. ‘So if you bought the original version of the book, I’m sorry. – It’s rubbish.’
Ken Robinson is een vermakelijk spreker. Zijn roemruchte TED-talks zijn miljoenen keren bekeken. Maar behalve humor heeft hij nog iets: hij straalt optimisme uit zonder dat het (te) sentimenteel wordt. Van hem pik je daarom weeïge video’s en open deuren als: ‘Hoe breng je verandering? Door jezelf te veranderen.’
Voor wie Ken Robinson kent, bracht de middag – eerlijk is eerlijk – niet veel nieuws. Zoals hij onze onderwijscultuur eerder vergeleek met het 19e eeuwse fabrieksproces, vergelijkt hij het nu met grootschalige landbouw. Grootschalige landbouw is mogelijk gemaakt door machinerie, kunstmest en pesticiden. Dat is buitengewoon succesvol gebleken gezien de explosieve bevolkingsgroei. Tegelijkertijd is het verre van duurzaam. Omdat het focust op de output (het gaat om het gewas, niet om de grond), leidt het tot vernieling van de aarde.
Kleinschalige, biologische landbouw daarentegen is niet gericht op de output maar op de kwaliteit van de grond, in het vertrouwen en de wetenschap dat, als het goed gaat met de grond, het met het gewas ook goed zal gaan.
Onze onderwijscultuur is sterk gericht op output: toetsen, cijfers, learning analytics, standaardisering, PISA. Maar ‘PISA is like the Eurovision song contest. It hasn’t improved pop music in the same way PISA hasn’t improved education.’
Onderwijs van nu is gestoeld op drie principes:
Robinson stelt daar tegenover:
Een mooi (en bekend) verhaal.
Maar we zitten hier wel opeengepakt tijdens een zogenaamde technologie en onderwijsbeurs. Welke rol kan technologie spelen in de onderwijsrevolutie die Robinson voorstaat?
Nou, dat is eenvoudig: technologie (waaronder ICT) vergroot ons fysieke en mentale bereik, maar… onze creativiteit blijft de allesbepalende factor om de ‘tools’ in beweging te zetten.
Om dit te illustreren laat Robinson drie korte video’s zien.
De eerste is nota bene een spotje van ‘ons’ Radio1-journaal, waarin creativiteit nodig is om een probleem op te lossen. Het water dat de oplossing biedt, is in de kamer aanwezig, maar wordt niet opgemerkt door de proefpersonen. En zo is het vaak volgens Robinson: ‘All we need is already there, but we don’t see it.’
Zo, die kunnen de honderden omringende standhouders van de BETT met hun meest uiteenlopende producten in hun zak steken.
Als tweede voorbeeld van hoe technologie de menselijke fysiek (en de geest) kan vergroten, toonde Robinson onderstaande video waarin ernstig gehandicapte Chinezen via ‘Mind Art’ duur verkochte abstracte schilderijen maken.
Over het randje? – Ach. Het is Sir Ken. We kunnen het van hem hebben.
Tot slot worden we meegenomen naar Paraguay, waar mensen van (westers) afval een philharmonisch orkest in elkaar knutselen. Bewondering en gêne vechten om voorrang.
Na exact een uur rondt Robinson af. Het voelt als een kwartier.
Het heeft iets ironisch of wonderlijks op z’n minst: de man die al decennia een revolutie voorstaat in het onderwijs, blijkt zelf steeds weer een perfecte vertegenwoordiger van het meest klassieke, frontale onderwijs denkbaar.
De meester vertelt, de klas hangt aan zijn lippen. Ademloos. O nee, daar wordt weer gelachen.